Wie dieren wil spotten, gaat waarschijnlijk naar een natuurgebied, kinderboerderij of dierentuin. Maar wist je dat er ook van alles te vinden is onder je voeten in je eigen grasveld?
Sommige dieren kunnen erg goed zijn voor je gazon, waar anderen juist een heus probleem kunnen vormen voor je mooie, groene stukje tuin. Maar hoe onderscheid je deze dieren? Van kleine kruipers tot grotere gangengravers: dit leeft er zoal in je achtertuin!
Je grasveld is een voedingsplek
Voor veel beestjes is een grasveld een wereld vol voeding: de wortels zijn bijvoorbeeld een belangrijke voedingsbron voor engerlingen. Dit zijn de larven van onder andere rozen-, juni- en meikevers. Je kunt ze herkennen aan hun witte, opgekrulde, C-vormige lichaam en roodbruine kop. Het nadeel van engerlingen is echter dat hun geknaag aan je graswortels slecht is voor het gras, en dit dode plekken in je gazon achterlaat.
Een ander probleem dat engerlingen met zich meebrengen, is dat ze zélf ook voeding zijn, namelijk voor vogels. Kraaien, mezen en merels genieten erg van de larven en hoewel dat als een goed iets klinkt – je gazon wordt namelijk vrij gemaakt van engerlingen – laten de vogels regelmatig lelijke plekken achter in je tuin. Ze moeten namelijk een weg vrij maken door het gras en de aarde om aan hun eten te komen.
Wanneer je bang bent voor dode of open gegraven plekken in je gazon, kan je ervoor kiezen om kunstgras te bestellen. Dit kan bijvoorbeeld bij een winkel als https://www.gardensense.nl/. Doordat je geen wortels meer hebt, zullen dieren die hiervan eten zich ook niet meer in je grasveld gaan nestelen.
Gangen graven
Net zoals engerlingen zijn er meer dieren die zich graag ónder je grasveld begeven. Denk hierbij aan kleine kruipers zoals mieren, maar ook grotere dieren als mollen. De aarde is voor hen een heerlijke plek om hun gangenstelstel te graven. En hoewel dit niet per se en probleem hoeft te zijn, kunnen ze toch voor overlast zorgen.
Mieren kunnen bijvoorbeeld hun nest ontzettend ver uitbreiden, en alles daaromheen is voor hen een plek om eten te vinden – dus ook jouw huis. Een probleem dat mollen met zich meebrengen, is dat ze molsheuvels achterlaten wanneer ze boven de grond komen kijken. Ook kunnen te veel mollengangen ervoor zorgen dat je gazon hier en daar inzakt.
Niet alle gravers zijn echter slecht voor je grasveld. Regenwormen houden de aarde van je gazon namelijk vruchtbaar en luchtig, waardoor de bodem beter de nodige voedingsstoffen in kunnen nemen.
Afvaleters
Andere dieren die je misschien niet graag in je tuin ziet, maar wel goed zijn voor je gras, zijn slakken. Zij houden de bodem schoon door natuurlijk afval op te eten. Zo blijft je gazon gezond. Daarnaast vormen zij ook een belangrijke voedselbron voor onder andere egels, vogels en amfibieën, die niet per se goed zijn voor je grasveld, maar die je wél helpen insectenoverlast tegen te gaan. Het nadeel aan slakken kan echter zijn dat ze zich óók graag voeden met bijvoorbeeld planten uit je moestuin.
Het kan dus erg lastig zijn om bij te houden welke dieren je zoal weg moet houden, en te zorgen dat de gezonde dieren juist blijven. Dit is waarom mensen kiezen voor kunstgras bestellen; kunstgras voorkomt namelijk dat dieren hun thuis vinden in jouw tuin of op jouw balkon.